Hollandse Meesters in de 21e eeuw - Bertien van Manen
Onderdeel van de serie Hollandse meesters in de 21e eeuw. De serie toont een reeks belangrijke Nederlandse kunstenaars van dit moment in hun werkruimtes, gezien door de ogen van gerenommeerde filmmakers. De blik achter de schermen biedt inzicht in de kunstenaars werkwijze, materiaalgebruik en ideeën over kunst.
Het was het boek The Americans van de Amerikaanse documentairefotograaf Robert Frank dat Bertien van Manen (Den Haag, 1942) doet beseffen dat ze iets soortgelijks wil.
De ongepolijste en rauwe manier waarop Frank het Amerika van de jaren 50 vastlegt, contrasteert met de modefotografie waar Van Manen sinds 1977 zelf mee bezig is. Het zorgt voor een ommekeer in haar werk. Vanaf dat moment komen betrokkenheid en nabijheid van het subject centraal te staan. Van Manens foto’s getuigen sindsdien van een diepgaande interesse in de medemens.
Veel van Van Manens werk ontstaat tijdens haar reizen. Haar eerste fotoboek, A Hundred Summers, A Hundred Winters, dat in 1994 verschijnt, toont het dagelijks leven in de voormalige Sovjet-Unie. Hiervoor reist Van Manen meermaals af naar onder meer Kazachstan, Moldavië, Rusland en Oekraïne, waar ze de mensen die ze fotografeert van dichtbij meemaakt – door er te logeren of bij ze te eten. Een persoonlijke band met het subject is er nagenoeg altijd. In de periode van 1997 tot 2000 reist Van Manen veertien keer naar China. In eerste instantie weet ze daar niet te vinden wat ze zoekt, maar gaandeweg ontstaat er een serie waarin het alledaagse leven dat ze vastlegt de toenemende westerse invloed blootlegt (East Wind, West Wind (2001)).
Van Manen werkt met kleine, volautomatische camera’s. De techniek is van minder belang, het gaat haar om het vangen van de alledaagse realiteit. De foto moet snel gemaakt kunnen worden en de camera moet in haar zak passen. Bovendien is haar ervaring dat kleine camera’s als minder bedreigend worden ervaren door degene die gefotografeerd wordt. Doordat de camera als object niet zo aanwezig is, is het voor het subject makkelijker om haar te vergeten, hetgeen het spontane en ongeforceerde karakter van Van Manens foto’s ten goede komt. Hoewel ze ook een tijdje met digitale fotografie geëxperimenteerd heeft, werkt Van Manen voornamelijk en het liefst met analoge camera’s.
Van Manen studeerde Franse taal en letterkunde aan de Universiteit van Leiden. Solotentoonstellingen van haar werk waren te zien in FOAM (Amsterdam), Martin-Gropius-Bau (Berlijn), De Hallen Haarlem en MoMA (New York). Ze publiceerde meerdere fotoboeken. Werk van Van Manen bevindt zich in collecties over de hele wereld.