Aan allen die zich hier bevinden
In ‘aan allen die zich hier bevinden’ schetst Rotterdams stadsdichter Dean Bowen een wrang beeld van hoe wij, als Nederland, omgaan met onze geschiedenis en de zondes uit het verleden blind gladstrijken.
Met een blinddoek voor zijn ogen gebonden, zit Dean Bowen achter een klein schoolbureau. Kalm reciteert hij zijn gedicht en terwijl de woorden inwerken, nemen we afstand. Langzaam onthult zich een klaslokaal gevuld met tientallen kopieën van Dean Bowen, eveneens geblinddoekt. Van achter hun bureaus dreunen zij meerstemmig het manifest mee en onderwijzen ze ons over datgeen wat de geschiedenisboeken ons niet vertellen. Over hoe het bloed nog steeds de handen vlekt, de ketens nog lang niet zijn vergeten, en hoe we nog zoveel kunnen - en moeten leren.
Trefwoorden
geschiedenis, slavernij, kolonialisme, poëzie